Oscar van Alphen (pseudoniem van Kees Nieuwenhuijzen) begon in de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw te fotograferen in aansluiting op wat wel de 'humanistische traditie' wordt genoemd: reportagefotografie met veel aandacht voor het menselijke bestaan in al zijn voor- en tegenspoed. Autodidact Van Alphen maakte na het succesvolle Kinderen in de grote stad (1958) in de vroege jaren zestig enkele fotoboeken en werkte in opdracht voor dag- en weekbladen. Hij werd toegelaten tot de GKf en raakte allengs meer zichtbaar politiek geëngageerd. In het boek Het rijke onvermogen, dat in 1978 verscheen, stelde Van Alphen aan de hand van foto's én tekst de politiek van de Berufsverbote in Duitsland aan de orde. Hij was in 1982 de eerste Nederlandse fotograaf die een boek over de 'Palestijnse kwestie' maakte.
In de loop der jaren groeide bij hem onvrede over de ontwikkeling van de fotografie in Nederland, zijn eigen werk daarbij inbegrepen. Het gebrek aan debat en theorievorming binnen de discipline zag hij als een zwakte. Dat bracht hem er onder meer toe om literatuur, beeldende kunst en film bij zijn werk te betrekken. Zijn kritische opstelling ten aanzien van eendimensionale opvattingen over fotografie kreeg duidelijk vorm in de publicatie Het moment voorbij (1982). Hierin zette hij zich af tegen het in de fotojournalistiek dominerende 'beslissende moment' waarop 'goede' foto's zouden moeten worden genomen. Hij liet zich daarbij inspireren door het werk van (foto)theoretici als Roland Barthes, Victor Burgin en Susan Sontag.
In De oorlogen (Museum Boijmans van Beuningen,1985) monteerde Van Alphen foto's, filmbeelden en gesproken tekst tot een geheel in een ruimtelijke installatie. Met als basis het verhaal Madame Edwarda van Georges Bataille, stond in dit werk de visuele ervaring van een stroom snel achter elkaar geprojecteerde beelden centraal. De filosofie van Bataille bood hem een kapstok om een visuele ervaring te creëren die een vorm van bevrijding uit het keurslijf van een repressieve maatschappij kon zijn.
Van Alphen heeft veel over fotografie geschreven en zowel tentoonstellingen als een essaybundel over het medium samengesteld.
Terugkijkend, kan zijn ontwikkeling als fotograaf en denker over fotografie worden gezien als een afspiegeling van de veranderingen die met name de (sociaal-) documentaire fotografie in brede zin heeft doorgemaakt in de afgelopen vijftig jaar: van een positie waarin het verslag doen van de maatschappelijke werkelijkheid centraal staat naar een waarin de reflectie op de waarneming zelf en de betekenis van het beeld minstens zo belangrijk zijn.
Die Inhaltsangabe kann sich auf eine andere Ausgabe dieses Titels beziehen.
Oscar van Alphen (pseudoniem van Kees Nieuwenhuijzen) begon in de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw te fotograferen in aansluiting op wat wel de 'humanistische traditie' wordt genoemd: reportagefotografie met veel aandacht voor het menselijke bestaan in al zijn voor- en tegenspoed. Autodidact Van Alphen maakte na het succesvolle Kinderen in de grote stad (1958) in de vroege jaren zestig enkele fotoboeken en werkte in opdracht voor dag- en weekbladen. Hij werd toegelaten tot de GKf en raakte allengs meer zichtbaar politiek geëngageerd. In het boek Het rijke onvermogen, dat in 1978 verscheen, stelde Van Alphen aan de hand van foto's én tekst de politiek van de Berufsverbote in Duitsland aan de orde. Hij was in 1982 de eerste Nederlandse fotograaf die een boek over de 'Palestijnse kwestie' maakte.
In de loop der jaren groeide bij hem onvrede over de ontwikkeling van de fotografie in Nederland, zijn eigen werk daarbij inbegrepen. Het gebrek aan debat en theorievorming binnen de discipline zag hij als een zwakte. Dat bracht hem er onder meer toe om literatuur, beeldende kunst en film bij zijn werk te betrekken. Zijn kritische opstelling ten aanzien van eendimensionale opvattingen over fotografie kreeg duidelijk vorm in de publicatie Het moment voorbij (1982). Hierin zette hij zich af tegen het in de fotojournalistiek dominerende 'beslissende moment' waarop 'goede' foto's zouden moeten worden genomen. Hij liet zich daarbij inspireren door het werk van (foto)theoretici als Roland Barthes, Victor Burgin en Susan Sontag.
In De oorlogen (Museum Boijmans van Beuningen,1985) monteerde Van Alphen foto's, filmbeelden en gesproken tekst tot een geheel in een ruimtelijke installatie. Met als basis het verhaal Madame Edwarda van Georges Bataille, stond in dit werk de visuele ervaring van een stroom snel achter elkaar geprojecteerde beelden centraal. De filosofie van Bataille bood hem een kapstok om een visuele ervaring te creëren die een vorm van bevrijding uit het keurslijf van een repressieve maatschappij kon zijn.
Van Alphen heeft veel over fotografie geschreven en zowel tentoonstellingen als een essaybundel over het medium samengesteld.
Terugkijkend, kan zijn ontwikkeling als fotograaf en denker over fotografie worden gezien als een afspiegeling van de veranderingen die met name de (sociaal-) documentaire fotografie in brede zin heeft doorgemaakt in de afgelopen vijftig jaar: van een positie waarin het verslag doen van de maatschappelijke werkelijkheid centraal staat naar een waarin de reflectie op de waarneming zelf en de betekenis van het beeld minstens zo belangrijk zijn.
Oscar van Alphen (pseudoniem van Kees Nieuwenhuijzen) begon in de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw te fotograferen in aansluiting op wat wel de 'humanistische traditie' wordt genoemd: reportagefotografie met veel aandacht voor het menselijke bestaan in al zijn voor- en tegenspoed. Autodidact Van Alphen maakte na het succesvolle Kinderen in de grote stad (1958) in de vroege jaren zestig enkele fotoboeken en werkte in opdracht voor dag- en weekbladen. Hij werd toegelaten tot de GKf en raakte allengs meer zichtbaar politiek geëngageerd. In het boek Het rijke onvermogen, dat in 1978 verscheen, stelde Van Alphen aan de hand van foto's én tekst de politiek van de Berufsverbote in Duitsland aan de orde. Hij was in 1982 de eerste Nederlandse fotograaf die een boek over de 'Palestijnse kwestie' maakte.
In de loop der jaren groeide bij hem onvrede over de ontwikkeling van de fotografie in Nederland, zijn eigen werk daarbij inbegrepen. Het gebrek aan debat en theorievorming binnen de discipline zag hij als een zwakte. Dat bracht hem er onder meer toe om literatuur, beeldende kunst en film bij zijn werk te betrekken. Zijn kritische opstelling ten aanzien van eendimensionale opvattingen over fotografie kreeg duidelijk vorm in de publicatie Het moment voorbij (1982). Hierin zette hij zich af tegen het in de fotojournalistiek dominerende 'beslissende moment' waarop 'goede' foto's zouden moeten worden genomen. Hij liet zich daarbij inspireren door het werk van (foto)theoretici als Roland Barthes, Victor Burgin en Susan Sontag.
In De oorlogen (Museum Boijmans van Beuningen,1985) monteerde Van Alphen foto's, filmbeelden en gesproken tekst tot een geheel in een ruimtelijke installatie. Met als basis het verhaal Madame Edwarda van Georges Bataille, stond in dit werk de visuele ervaring van een stroom snel achter elkaar geprojecteerde beelden centraal. De filosofie van Bataille bood hem een kapstok om een visuele ervaring te creëren die een vorm van bevrijding uit het keurslijf van een repressieve maatschappij kon zijn.
Van Alphen heeft veel over fotografie geschreven en zowel tentoonstellingen als een essaybundel over het medium samengesteld.
Terugkijkend, kan zijn ontwikkeling als fotograaf en denker over fotografie worden gezien als een afspiegeling van de veranderingen die met name de (sociaal-) documentaire fotografie in brede zin heeft doorgemaakt in de afgelopen vijftig jaar: van een positie waarin het verslag doen van de maatschappelijke werkelijkheid centraal staat naar een waarin de reflectie op de waarneming zelf en de betekenis van het beeld minstens zo belangrijk zijn.
„Über diesen Titel“ kann sich auf eine andere Ausgabe dieses Titels beziehen.
Anbieter: Frans Melk Antiquariaat, HILVERSUM - NO SHIPPING TO THE U.S.A AT THE MOMENT, Niederlande
Haarlem, Focus Publishing, 2008. 33 x 24,5 cm. Hardcover (clothbound) with dustjacket. With many illustrations. 240 pages. Text in Dutch and English. NEW COPY Still shrink wrapped [Photography / Dutch [Nederlandse Fotografie] ]. Artikel-Nr. #73996
Anzahl: 1 verfügbar
Anbieter: Antiquariaat Schot, Hendrik-Ido-Ambacht, Niederlande
Original publisher's white cloth hardback, blind-stamped lettering spine & frontcover, pictorial dustjacket, folio: 240pp., very richly illustrated, notes & references, bibliography, colophon. BI-LINGUAL edition: texts in Dutch as in English. Printed in 1500 copies. Very fine copy - as new., Volume 14: Monografieën van Nederlandse Fotografen / Monographs of Dutch Photographers. Artikel-Nr. 166135
Anzahl: 1 verfügbar
Anbieter: Mooney's bookstore, Den Helder, Niederlande
Zustand: Very good. Artikel-Nr. 9789078811077-2-2
Anzahl: 1 verfügbar
Anbieter: Antiquariaat Fenix, Amsterdam, Niederlande
Zustand: Good. 32.5 x 24.5 x 2,5 cm. Cloth with dustwrapper. Illustrated in b/w and colour Monografieën van Nederlandse fotografen / Monographs on Dutch photographers 14. - Text in Dutch and English. [Te dik voor brievenbus]. Artikel-Nr. 35146
Anzahl: 1 verfügbar
Anbieter: Klondyke, Almere, Niederlande
Zustand: Good. Monografieen van Nederlandse fotografen No. 14. Artikel-Nr. 213056
Anzahl: 1 verfügbar